Tijdens de ledenavond van april 2010 werd de plant van de maand mei door Sjaak van Vliet gepresenteerd. Hij vertelt het volgende:
Goedenavond, dames en heren.
Dit keer is de plant van de maand de bij u allen bekende Rhododendron.
De Rhododendrons vormen een spectaculair geslacht van zo’n 800 soorten en duizenden cultivars. De meeste soorten worden aangetroffen in China, het Himalayagebied, Noord-Amerika, Zuidoost-Azië en Japan, en komen daar al duizenden jaren voor.
Rododendrons zijn houtige gewassen die voornamelijk worden geteeld om hun zee van bloemen. Deze staan meestal in trossen of tuilen bijeen aan de uiteinden van de takken en kunnen alle denkbare kleuren hebben. De hoogte varieert van miniboompjes tot exemplaren van wel 15 meter hoog. Ondanks deze enorme verscheidenheid aan soorten en cultivars lijken alle rododendrons sterk op elkaar. Het zijn meest bladhoudende, breedbladige planten met elliptische, diepgroene, leerachtige bladeren, die bij strenge vorst naar beneden hangen en naar binnen krullen om hun verdampingsoppervlak te verkleinen.
De meeste rododendrons zijn bosplanten en hebben die het liefst gefilterd zonlicht. Door hun compacte wortelkluit zonder penwortel, zijn ze gemakkelijk te verplanten, maar juist aan dat planten en verplanten moet men de meeste aandacht besteden. Rododendrons verlangen losse, open, luchtige, zure grond met volop humus om de vochtigheidsgraad op peil te houden. Maak het plantgat twee keer zo groot als de kuit van de plant, zet hem vooral niet te diep en vul de rest van het gat op met tuinturf.
Rhododendrons houden van vochtige grond, maar het water moet wel goed weg kunnen. Op klei of op erg kalkhoudende grond kan men ze het beste op een verhoogd bed planten, met veel tuinturf, of compost. Een keer per jaar bemesten is voldoende, gebruik nooit koe- of kippenmest, deze bevatten teveel kalk.
Snoeien kan men het beste direct na de bloei doen. Door de uitgebloeide bloemen weg te breken krijgt men een betere vertakking en een betere bloemzetting voor het volgende jaar. Rododendrons laten zich bijzonder goed snoeien. Door de oude takken net boven een slapend oog, of jonge scheut af te knippen kan men de oude struiken verjongen maar zal de bloei de eerste jaren minder zijn.
De meeste in Nederland aangeboden Rododendrons zijn hybriden en worden meestal aangeduid met hun cultivar naam. Ze zijn onderverdeeld in hoogte. Dwergrododendrons worden niet groter dan 50 cm, en kleine rododendrons niet groter dan 1 meter. Middelgroot, niet hoger dan 2,50 meter, en groot is alles boven de 2,5 meter.
Ook de bekende tuinazalea’s en de Japanse azalea’s behoren tegenwoordig tot de Rododendrons. Azalea mollis en knap-hill hybriden worden gekenmerkt door hun opvallende fel gekleurde bloemen, en mooie herfstkleuren. Ze worden meestal in grote groepen aangeplant. Azalea japonica de zo genaamde Japanse azalea’s zijn kleinbloemige dwergsoorten, die in alle kleuren te koop zijn.
Tot slot wil ik nog een paar soorten met name noemen, zonder al die andere te kort te doen.
Rhododendron praecox bloeit al in maart met paarse bloemen en kan 80 cm hoog worden.
Mooie dwergrhododendrons zijn onder andere de impeditum. Deze bloeit paars/violet en wordt zo'n 40 cm hoog.
Een andere dwrgvorm is de Scarlet Wonder, met diep rode klokvormige bloemen.
De Rhododendron Blue Tit is een echte dwerg met licht blauwe bloemen.
Rhododendron Elizabeth bloeit met grote rode kelken en wordt 60 cm hoog.
In de Yakushimanum groep is Schneekrone een goede witte, en Morgenrot een mooie roze/rode, die maximaal 70 cm hoog worden.
De bekendste grootbloemige cultivars zijn:
Rhododendron Catawbiense Grandiflorum deze wordt zeer veel aan geplant, de kleur is paars.
Rhododendron Cunningham’s white, de kleur laat zich al raden die is wit.
Rhododendron Nova Zembla is een mooie rode cultivar, die goed winterhard is.
Al deze grootbloemige Rododendrons kunnen wel 2 tot 3 meter hoog en breed worden.