Tijdens de ledenavond van januari 2011 werd de plant van de maand februari door Sjaak van Vliet gepresenteerd. Hij vertelt het volgende:
Goedenavond dames en heren, Vanavond heb ik voor u als plant van de maand uitgekozen het geslacht Salix, waarvan u de Nederlandse naam wilg allemaal kent. Het geslacht Salix omvat ongeveer 300 soorten waarvan er zo'n 12 soorten in Nederland voorkomen.
De bekendste is de knotwilg, Salix alba, ook wel schietwilg genoemd, die wel 25 meter hoog kan worden en daarom veel geknot wordt om omwaaien te voorkomen. Ook heel bekend is de Treurwilg de Salix alba Tristis een prachtige boom, met geelachtige takken die minder bros zijn en meebuigen in de wind. U ziet ze veel in parken, of aan een waterpartij.
De Katwilg of teenwilg is de Salix viminalis die door zijn buigzame takken veel voor vlechtwerk wordt gebruikt. De katten zijn helder zilverwit, en staan prachtig in de vaas. Ook is het de onderstam voor de populaire wilgjes op stam, die ik vanavond met U ga doornemen.
Die onderstammen zijn 2 jarige wilgentenen van 2 meter lang die speciaal geteeld worden, en in de winter door de kweker op verschillende hoogte worden geënt. Meestal op 60, 90, of op 120 cm, dus gewoon op stokken waar nog geen wortel aanzit. De enten worden met entwas dichtgesmeerd en in het voorjaar buiten direct in pot gestoken Als men ze goed water geeft komen er vanzelf wortels aan en gaat de ent uitlopen.
Belangrijk is dat men de nieuwe uitlopers van de onderstam, goed weghaalt. Na 1 jaar zijn het die mooie stamboompjes, die we in de tuincentra kunnen kopen.
De volgende soorten heb ik voor U geselecteerd:
Een goed voorbeeld van een geënte treurvorm is de Salix caprea Kilmarnock die een mooie neerhangende kroon vormt. De katjes van de Salix caprea Kilmarnock zijn opvallend groot en zilverwit, en al in februari te zien. Later in maart-april tooien die katjes zich met goudgele meeldraden.
Wanneer de bloei voorbij is en de katjes er af zijn gevallen, moet u alle takken tot 2 a 3 cm terug knippen, de nieuwe takken vormen dan een mooie kroon en in het voorjaar weer nieuwe katjes.
Een wilg houd van veel water, dus als u hem op het terras zet, zorg dan voor een ruime pot die goed nat blijft zodat hij niet kan omwaaien.
Ongetwijfeld het meest populairste sierwilgje is de Salix integra Hakura nishiki, gevonden in Japan door de, helaas veel te vroeg overleden, sortimentsdeskundigen Harrie van der Laar die een plant mee naar Boskoop nam en die inmiddels al vele miljoenen nakomelingen heeft.
Deze populaire sierwilg valt op door zijn witgevlekte bladeren, die bij het uitlopen in het voorjaar schitterend naar roze verkleuren en daardoor een verfrissende kleurschakering in de tuin kan brengen. In de winterperiode is de Salix integra Hakura nishiki ook mooi, met zijn rode, decoratieve takken. Door zijn beperkte omvang is hij geschikt voor alle tuinen.
Ook op het terras word hij veel gezien, maar dan wel in een grote pot, en zeer regelmatig water geven. Het beste is om hem ieder voorjaar goed diep terug te snoeien. Zet hem bij voorkeur in een goed doorlatende grond, half in de schaduw want het witgetinte blad is gevoelig voor zonnebrand.
Waarschijnlijk is deze sierlijke treurvorm in Voorthuizen gevonden. Het is een dwergvorm, met een zeer mooie groeiwijze. De fijne hangende takken zorgen voor een slanke uitstraling van deze Salix.
Het blad is donkergroen, en de zilverwitte katjes verschijnen in maart, met daarna geel stuifmeel. Hij wordt meestal op een stam van 60 cm geënt en is zeer geschikt voor de rotstuin.
Een mannelijke dwergwilg met opvallende goudgele katten. De hoogte is na 10 jaar maar 50 cm. Op een stam van 60 cm is het een sierlijk wilgje waar je weinig aan hoeft te doen.
Als laatste heb ik voor U de Salix helvetica geselecteerd, een compact groeiend plantje met zilvergrijs blad, dat maar 50 cm hoog wordt. De katjes verschijnen ongeveer gelijktijdig met het blad en zijn roodachtig. Geënt op een stam van 60 cm vormt hij een mooie bol, en is ook in de zomer een blikvanger in uw tuin.