11 december 2021 - Wandelen op landgoed Schovenhorst in Putten. Om half elf staan er zo’n 20 groei en bloeiers klaar om met gids Gerda het bos in te gaan.
In 1848 is er een meneer Schober, een zakenman uit Utrecht, die zo’n 80 hectare grond kocht in Putten om er bosbouw te ontwikkelen. Hij liet van heinde en ver zaden komen on te onderzoeken of ze op de heide in Putten konden groeien. Hij had zich voorgenomen van de woeste grond een bron van welvaart te maken, niet alleen met landbouw maar ook met bosbouw. Zijn opvolgers hebben zijn werk voortgezet.
Er zijn zo’n 5 bomentuinen op Schovenhorst. Wij wandelen naar het Klein Pinetum (1852). Daar staan inmiddels reusachtige bomen, zoals de mammoetboom (sequoiadendron giganteum), zo’n 40 mtr. hoog en 170 jaar oud. Ook hebben ze gezorgd dat de douglasspar in Nederland kwam, de grootste douglasboom van Nederland kun je hier ook zien, hij is 35 tot 40 mtr. hoog.
Je vind er ook een helemaal kromgegroeide Kransspar (sciadopytus verticilata), waarvoor je door de knieën moet. Er zijn mooie doorkijkjes en je ziet hier alle stadia van het leven in het bos, het aftakelen van een boomstam naast het ontkiemen van een jong sparretje. Zo kan ik nog wel even doorgaan, er is zoveel te zien, maar leuker is het om er zelf een wandeling te maken.
Inmiddels lopen we weer richting het beginpunt van de wandeling, daar staat voor de brasserie een hele mooie notenboom. In de zomer geeft deze een heerlijke schaduwplek en vroeger planten ze bij boerderijen vaak een notenboom om muggen en vliegen weg te houden.
Op Schovenhorst is zoveel te zien dat een herhaling in een ander jaargetijde leuk zou zijn!
Dorie Berendijk